Woensdagmiddag. Ik ben thuis aan het werk als de deurbel gaat. Nou eigenlijk gaat de deurbel helemaal niet want die doet het niet, maar ik zie wat beweging bij het raam en hoor een klein klopje.

Er staan twee mannen voor de deur. Mannen van het type: Wij kom u God brengen. Alleen komen ze God niet brengen, ze komen mij hun vísie van God brengen. De voorste van de twee draagt een donker colbert en heeft een smartphone in zijn hand. De ander, in een licht beige regenjas, staat er een flinke meter achter en heeft een stapel folders in zijn handen. Hij kijkt iets minder ‘zeker van zijn zaak’.

‘Goedemiddag mevrouw.’

‘Goedemiddag meneer.’

´Mevrouw…. geloof u in God?’

‘Nou en of ik daarin geloof!´Zeg ik blij en met volle overtuiging.

Hij draait zijn hoofd opzij en knijpt zijn ogen een beetje samen. Zeer waarschijnlijk schat hij in hoe groot de kans is dat ik hem in de maling neem, maar hij herstelt zich.

´Nou dat is dan heel mooi’, zegt hij – ietwat vertwijfeld, ‘want niet iedereen doet dat en dat is gek want God heeft ons allemaal gemaakt.’

‘Nou inderdaad’, zeg ik ‘en ik weet het zelfs nog mooier gemaakt God zit ook nog eens in ieder van ons.’

Hij: ‘Oooohh haha neeee (hij noemt me nog net geen gekkie, maar hij denkt het er zeker achteraan). ‘Nee die zit niet in ons, hij is onze schepper.’

Ik: ‘Net zoals wij dat zijn. Scheppers, creatoren. Potato potato. Wij zijn ‘Hem’ en ‘Hij’ is ons. God zit in ons.’

Hij: In ons? God heeft alles geschapen, dat kan toch niet als hij ins ons zit…’

Ik: ‘Nouja, Hij zit ook niet helemaal één op één in ons. Dat zou een beetje gek zijn. Wij hebben allemaal een Godspark in ons, een klein deeltje van dat wat God is.’

Nu draait hij zijn hoofd de andere kant op, hij begint te lachen. ‘Maar wat doet Hij daar dan? Denk je niet dat God iets beters te doen heeft dan in ons zitten?’

Ik: ‘Wat hij daar doet? Dingen ervaren? God is een creator, een schepper zoals u al zei. Hij wil weten wat er allemaal mogelijk is, Hij wil alle werelden, alle emoties, alles tijdslijnen, alle liefde, alle mogelijke opties ervaren. God is zeg maar in een miljard stukjes uiteen gevallen en dat zijn wij, onder anderen. Dat is Al Wat Is. Elk moment van de dag, elke minuut, elke seconde, ontstaan er weer miljoenen werelden, miljoenen versies van de realiteit met alles wat er mogelijk is. Dat doet hij via ons. Door ons heen. Wij zijn hier een soort van het allerlaatste uiteindje van de Bron of God zoals u dat noemt. God onder een microscoop zeg maar…

Hij (….)

‘Prachtig toch’, zeg ik, een beetje triomfantelijk.

Hij merkt dat deze tijdslijn niet voor hem gaat werken, en gooit het over een andere boeg.

Hij: ‘Maar er zijn ook hele slechte mensen, mensen met harddrugs laboratoria… Mensen die andere mensen doodmaken, die ook niet van plan zijn om te veranderen…’

Ik: ‘Ja ook die mensen zijn God, ook die mensen zijn onderdeel van het Al Wat Is en hebben een Godspark in zich.’

Hij: ‘Neeeeeheeee, neeheee die mensen zijn niet God, die mensen zijn slecht. Klinkt moord en drugs jou niet als slecht in de oren?’

Ik: ‘Ja, natuurlijk wel. Dood en verderf, leuk is anders. Dit is niet wenselijk. Maar wij hebben daar vanuit ons aards perspectief een oordeel op. Dat is ook precies wat wij hier komen doen, de dualiteit ervaren: Goed en slecht, volgens onze oordelen. Maar daarboven is geen dualiteit, daar is eenheid. Daar zijn geen oordelen. Oordelen doen wíj, dat is iets menselijks. Voor God is alles één, God heeft geen oordeel. God is veel groter en grootser dan dat…

Nu was hij voor het eerst even stil, ik zag hem zoeken naar een argument dat zijn God niet de schepper van het ‘kwaad’ zou laten zijn maar Hem tegelijk ook niet kleiner zou maken dan die grootse God waar ik het net over had.

‘Ehh Satan…’ de man in de beige regenjas die al die tijd stil was geweest, probeerde het gesprek weer op gang te brengen.

Het hielp.

Hij: ‘Ohja Satan!! Satan is er ook nog! Hij wil alles teniet doen, alles wat God geschapen heeft vernietigen.’

Ik: ‘Nou, ja waarschijnlijk bent u het niet helemaal met me eens’, piepte ik een beetje – deze zou niet zo lekker vallen wist ik – ‘maar ik denk dat uw Satan ook God is, of op z’n minst een Godspark in zich heeft. Ik denk dat God zo groots is dat zelfs Satan, zoals u dat noemt, toch ook een soort van onderdeel is van Al Wat Is.’

Hij: ‘Neeeheee’, hij begint met zijn vinger te zwaaien, ‘Satan wil alles kapotmaken, Satan wil alles teniet doen, alles wat God heeft gemaakt.’

Ik: ‘Zou het? Ik denk dat de visie die wij als mens op alles hebben – ook op dingen kapotmaken – vaak maar zo’n klein stukje is van het grotere geheel. Alsof wij door een sleutelgat de wereld in kijken en maar een heel klein stukje kunnen zien. Dus ja, wie weet wil Satan alles kapot maken, maar wat nou als wij niet snappen wat er eigenlijk gebeurd. Omdat wij het grotere plaatje nog niet zien. Of dat zelfs kapotmaken helemaal niet zo erg is?

Hij: ‘Dat is wel degelijk erg! Dat lees je in de bijbel. Weet je wat er in de bijbel staat?’

Ik: ‘In grote lijnen.’

Hij: ‘Dát is Gods woord. Geloof je wat daar staat?’

Ik: ‘Deels. Ik geloof dat Jezus ons wilden vertellen dat we allemaal God zijn en dat we allemaal vrij zijn in wie we zijn en dat alles mogelijk is. Iets in die trend.

En ik geloof dat de bijbel is geschreven door mensen die, net als wij, maar door een heel klein sleutelgaatje konden kijken en dat hebben opgeschreven wat zij op dat moment konden zien. Of dat het later door dat soort mensen herschreven is.

Ik geloof dat God grootser is dan dat wij met onze menselijke hersenen kunnen bedenken. En ik zie dat u het probeert te snappen, en ik probeer dat ook. En misschien is God gewoon wel van allebei een beetje, misschien is God wel al onze visies bij elkaar. Want God is Al Wat Is. Dus daar valt niks buiten, u niet, uw visie niet, ik niet, mijn visie niet en zelf Satan en zijn mogelijke visie niet. Wij allemaal samen dat is wat God is.

De man in het donkere colbert draait zich om naar de man achter hem, deze haalt zijn schouders, schudt voorzichtig zijn hoofd op en trekt zijn mondhoeken naar beneden.

De voorste man draait zich weer om naar mij. Eehh dankjewel mevrouw, wij moeten weer verder, fijne dag!

Jullie ook!